Binnenlandse frambozen aanplant zorg. Basisregels
Het gebied waar de frambozen moeten worden geplant, moet matig vochtig zijn, goed beschermd tegen de wind en volledig verlicht door de zonnestralen. Van alle bessen behoren frambozen tot de meest veeleisende in relatie tot de bodem. Leemachtige of zandige leemachtige met een doorlatende ondergrond zijn het meest geschikt.
Het is bekend dat de verzorging van frambozenplanten een zeer complex en nauwgezet proces is. Jonge boompjes moeten worden geplant in het vroege voorjaar, zelfs voordat de knoppen bloeien, of in de late herfst, nadat het gebladerte is gevallen. Ervaren tuinders bevelen late herfstaanplant aan. Maar als de sneeuw achterblijft, zullen de zaailingen bevriezen. Daarom moeten ze goed ontwikkeld zijn en vezelachtige wortels hebben.
De belangrijkste regel voor de zorg voor frambozen is de maximale vochtretentie en cyclisch water geven. De bodemvoedingsstoffen die frambozen nodig hebben, worden vastgehouden door regelmatig te wieden en te wieden.
Ook bij een proces als het verzorgen van frambozenplanten, is het belangrijk om te weten dat deze bes dol is op verlichting. Daarom mogen gebieden voor het planten van frambozen een helling van niet meer dan drie graden hebben. Voor het planten moet de grond worden bemest met minerale en organische stoffen. De afstand tussen de rijen moet 1,3 m zijn, tussen de struiken respectievelijk 0,5 m. De wortels van de framboos moeten verticaal zijn. Water geven is noodzakelijk met een snelheid van één emmer per 3 struiken. Frambozenstruiken kunnen 12 jaar goed vrucht dragen. Daarna wordt de grond bemest met humus.
Met inachtneming van alle bovenstaande regels, zullen de frambozenstruiken binnenkort heerlijke grote sappige bessen brengen.