Pootaardappelen

Elk voorjaar vragen veel mensen zich af welk pootgoed ze moeten kiezen. Uit een hoogwaardig zadenfonds kan een goede oogst worden gekweekt. In totaal zijn er vijf variëteiten volgens de rijpingstijd van aardappelen.

De vroegste aardappelen rijpen van 80 tot 100 dagen, maar de laatste kan meer dan 140 dagen bedragen. De rest van de variëteiten bevinden zich in dit interval met een tussenruimte van 10-15 dagen.

Voor een succesvolle teelt van aardappelen is het noodzakelijk om aardappelrassen in de teelt te combineren. Bij het kiezen van pootaardappelen moet u er rekening mee houden dat het ras aaltjesresistent en korstbestendig is.

Als u vroege aardappelgewassen nodig heeft, moet u Dnepryanka of Poran kiezen. Uiteraard moeten deze rassen gecombineerd worden met middenvroeg of middenseizoen. De eerste groep omvat variëteiten als Levada, Zabava. Maar de tweede groep omvat variëteiten als Slavyanka, Lilia en anderen.

Bij het telen van pootaardappelen moet u goed voor de struiken zorgen. Als de struiken worden aangetast door ziekten, moeten ze worden verwijderd. Dergelijke ziekten omvatten: ringrot, zwarte poot, verschillende soorten mozaïeken en andere. Voor het rooien van de pootaardappelen moeten de toppen 10 dagen van tevoren worden gesneden.

De geoogste pootaardappelen worden 10 dagen buiten gedroogd. Aardappelzaden worden bewaard in dozen of andere containers. Het belangrijkste is dat de opslagcontainer lucht moet doorlaten en de lucht moet ventileren. Voor het planten moeten de knollen ontkiemen bij een temperatuur van 15 graden. Dit zal hun ontwikkeling versnellen. Bij het breken in het voorjaar moet u knollen met verschillende soorten schade verwijderen.
 

Categorie:Groenten | Aardappel
Gebruikersavatar Martha

Ze zeggen dat soms bijzonder grote knollen in twee of meer delen kunnen worden verdeeld, alsof dit de opbrengst niet beïnvloedt. Ik heb het geprobeerd, maar ik merkte niet veel verschil tussen het planten van een hele knol en een snede in delen.

Goshia-avatar

Ook grote aardappelen snijden we bij het poten in meerdere delen. Er waren altijd meer aardappelen in zulke struiken dan waar we kleine aardappelen plantten. Daarom laten we nooit kleine aardappelen achter om te planten.