Traditionele en niet-standaard methoden voor het telen van aardappelen

Bijna elke tuinman kweekt aardappelen op zijn terrein. Het is een favoriete groente van de Russen en de meest aangepaste tuincultuur. Niet iedereen kan echter bogen op een rijke oogst van grote, zelfs aardappelen. Dit wordt vaak geassocieerd met ongelukkige weersomstandigheden, ongedierte en slecht gekochte pootaardappelen.

Weinig mensen weten het, maar om te planten aardappel kan op veel manieren. Als u de gok waagt en een andere, ongebruikelijke methode probeert, kunt u de opbrengst aanzienlijk verhogen.

Inhoud:

• Traditionele methoden: gladde beplanting, geribbelde beplanting, in een greppel
• Nederlandse methode om aardappelen te telen
• Kweken in stro en vaten
• Groeien in heuvels
• Aardappelen telen onder plastic
• Meatlider en Gülich-methode

Traditionele methoden: gladde beplanting, geribbelde beplanting, in een greppel

Traditionele plantmethoden aardappelen lijken op elkaar, maar verschillen in voorbereiding en in sommige details. Het is noodzakelijk om deze of gene methode te selecteren, rekening houdend met de bodem en de groeiomstandigheden. Met de juiste selectie kunt u een rijkere oogst krijgen tegen lagere kosten. Traditionele methoden voor het telen van aardappelen zijn bekend en vertrouwd voor de meeste tuinders.

Hun essentie ligt in het feit dat gaten in een rij op de site worden gegraven, en vervolgens worden 1-2 knollen in de gaten geplaatst en met aarde besprenkeld.

Dergelijke methoden kunnen qua opbrengst zeer effectief zijn, maar ze zijn niet geschikt voor elk perceel en niet voor elke aardappel. In de regel wordt het planten in dergelijke gevallen heel dichtbij uitgevoerd, de rijen aardappelen zijn dicht. Afzonderlijke struiken interfereren met elkaar, hij krijgt niet genoeg voedingsstoffen en licht.

Om deze reden is het de moeite waard om enkele landingsregels te volgen:

1. U hoeft de gaten niet zo dicht mogelijk bij elkaar te maken. Meer kun je niet groeien aardappelen... De afstand tussen de gaten moet minimaal 30 cm zijn en de gaten zelf moeten zich op een afstand van 60 cm van elkaar bevinden.
2. Maak de gangpaden voorzichtig los om de wortels niet te beschadigen.
3. Kleine knollen hoeven niet diep in de grond te worden geplant. Middelgrote knollen worden geplant tot een diepte van 10-12 cm, en kleine - 5 cm.

Op drassige en dichte bodems met moeilijke luchtuitwisseling, is het raadzaam om de nokmethode voor het telen van aardappelen te gebruiken. Het bestaat uit het feit dat lage ruggen op een rij worden gemaakt (niet meer dan 15 cm). Er moet ongeveer 70 cm ruimte tussen de rijen worden gelaten, zodat: landen kwam niet te vaak voor. Op deze ruggen worden knollen geplant. Deze methode is handig voor grote gebieden, velden, vooral als u een tractor heeft.

Als de grond daarentegen niet goed vocht vasthoudt, veel zand bevat, is het beter om in greppels te planten. Om dit te doen, moet u een ondiepe greppel graven, niet dieper dan 12 cm, de diepte hangt af van de grootte van de knollen. Het is beter om knollen op een afstand van minimaal 20 cm van elkaar te planten. Je kunt deze methode niet gebruiken op drassige bodems, omdat de aardappelen dan gaan rotten.

Nederlandse methode om aardappelen te telen

Om de oogst rijk te maken, is het raadzaam om verschillende soorten aardappelen te kopen. Op één site kunnen 2-3 soorten aardappelen worden geplant.Nederlandse rassen zijn erg populair vanwege hun hoge opbrengst en resistentie tegen verschillende ziekten.

Van de Nederlandse variëteiten zijn de meest populaire Eba, Mona Lisa, Cleopatra, Asterix.

Door aardappelen te telen met behulp van Nederlandse technologie kunt u de hoeveelheid gewas vergroten. Deze methode wordt al heel lang door onze tuiniers gebruikt.

De Nederlandse methode impliceert niet alleen een bepaald type grondbewerking, maar ook een aantal procedures die op een bepaald moment moeten worden uitgevoerd:

• Nederlanders besteden veel aandacht aan luchtuitwisseling, verzadiging van de bodem met zuurstof. Daarom moet de site vóór het planten grondig worden losgemaakt.
• Er moet een vrij grote afstand tussen de rijen aardappelen zijn. Zo krijgt elke struik voldoende licht en voeding. De afstand tussen de knollen bij het planten is minimaal 30 cm, en tussen de rijen - meer dan een halve meter.
• Kies alleen kwaliteitszaden. Het is wenselijk dat de zaadknollen niet lager zijn dan de tweede reproductie (stadium van cultivarvernieuwing). Als dezelfde pootknollen jaarlijks worden geplant, neemt de opbrengst af en beginnen de aardappelen zich op te stapelen.
• Probeer elk jaar de plaats voor aardappelen te veranderen. In hetzelfde gebied zullen aardappelen goed groeien als ze daar niet vaker dan eens in de drie jaar worden geplant. Tijdens de pauze is het goed om granen op het aardappelperceel te planten.
• Zorg ervoor dat u de grond bemest. Voeg tijdens de lentevoorbereiding van de grond ureum toe en houtas in de gaten tijdens het planten.
• Nederlanders raden aan de knollen voor het planten warm te houden, zodat de spruiten een lengte van 2 cm bereiken.
• Gesneden knollen worden geplant. Elk stuk moet een kijkgaatje hebben.
• Wanneer spruiten verschijnen, worden ze verwijderd onkruid, en de struiken zelf worden besprenkeld met losgemaakte aarde zodat de hoogte van de ruggen toeneemt.
• Geef de aardappelen in de zomer minimaal 3 keer overvloedig water.

Met inachtneming van alle regels en de juiste selectie van aardappelrassen, kunt u tot 2 kg oogst uit een struik halen.

Kweken in stro en vaten

Ongebruikelijke methoden voor het telen van aardappelen zullen helpen om problemen het hoofd te bieden, zoals een overwoekerd gebied (als het niet mogelijk is om het te ploegen), gebrek aan ruimte op het terrein en constant lage opbrengsten met traditionele plantmethoden. In deze gevallen nemen tuinders hun toevlucht tot de meest niet-standaard oplossingen. De essentie van de methode van planten onder stro is dat de knollen worden bestrooid met stro in plaats van aarde.

Deze methode heeft voor- en nadelen. De voordelen zijn onder meer het ontbreken van onkruiddie gewoon niet door het stro kunnen, rijke oogst, goede luchtverversing en ongelooflijk gemakkelijke oogstmethode (geen graven nodig). Er zijn echter ook enkele nadelen. Stro houdt bijvoorbeeld geen water vast, dus je zult wat vaker water moeten geven. Ook kan stro verschillende aantrekken; ongedierte, zoals muizen.

De teeltresultaten in stro kunnen van regio tot regio verschillen. De methode van planten onder het stro is geschikt voor diegenen die te zware grond in het gebied hebben of te veel gras, waar geen tijd en gelegenheid is om te graven. In plaats van stro wordt soms aanbevolen om vers gemaaid gras te gebruiken, als het al in voldoende hoeveelheid is gegroeid tegen de tijd dat de aardappelen worden geplant. Voor een betere vochtretentie kunnen knollen in ondiepe kuilen worden geplant en vervolgens met stro worden besprenkeld.

Er wordt aangenomen dat je in een enkel vat zonder bodem een ​​vrij grote hoeveelheid aardappelen kunt telen met slechts 4 zaadknollen.

Deze methode is geschikt voor degenen die niet veel ruimte op de site hebben.

Om aardappelen in een vat te laten groeien, heb je nodig:

• Giet 20 cm vruchtbare grond op de bodem.
• Er worden 4 knollen met ogen bovenop geplaatst en besprenkeld met een kleine hoeveelheid aarde.
• Wanneer de spruiten uitkomen, terwijl ze groeien, moet je aarde toevoegen.
• Van tijd tot tijd moet je de grond water geven en bevruchten haar.Alle procedures worden uitgevoerd totdat het vat vol is.

Als je de uitvinders van deze methode gelooft, moet je dichter bij de herfst het vat omverwerpen en het zal vol zitten met geselecteerde aardappelen. Op deze manier kunnen aardappelen niet alleen in een vat worden geplant, maar ook in een kist zonder bodem, een zak en zelfs een oude emmer. Sommigen maken gaten in de zijkant van de container en planten de knollen daar.

Groeien in heuvels

Met de kweekmethode aardappelen in de terpen worden, in plaats van de gebruikelijke greppels met gaten, kleine taluds gemaakt. Voor deze:

• Een deel van het terrein is afgescheiden met een omtrek van ongeveer 2 m.
• Langs deze cirkel worden aardappelen geplant, zodat de afstand tussen de knollen minimaal 25 cm is.
• Vervolgens worden de geplante knollen besprenkeld met aarde.
• Wanneer de eerste scheuten verschijnen, terwijl ze groeien, wordt de aarde geleidelijk opgevuld en vormt een heuvel.
• Uiteindelijk ontstaat een heuvel met een hoogte van ongeveer 40 cm.Onkruid, dat zal doorbreken, moet worden verwijderd.

Met de heuvelmethode kunt u een grote hoeveelheid gewassen verbouwen in een klein deel van de site. Als het na alle pogingen om op deze manier een goede oogst te laten groeien nog steeds mogelijk is om niet meer dan een halve emmer uit één heuvel te halen, is het de moeite waard om de structuur van de dijk te veranderen. Op zichzelf neemt de heuvel niet zo goed water op; zelfs regenstromen rollen er gewoon van af. Voor het gemak maken ervaren tuiniers een kleine kuil in het midden van de heuvel, waarin water wordt gegoten tijdens glazuur.

Alle meststoffen, vooral mineraal, potas, moet vóór het planten op de grond worden aangebracht. Het is soms een beetje handig schoffel terpen om de luchtuitwisseling te verbeteren. Als je met deze kweekmethode de maximale opbrengst wilt halen, moet je de knollen zo planten dat elke struik met een van zijn voetjes in de drinkplaats staat.

Aardappelen telen onder plastic

De methode om aardappelen onder folie te telen is uiterst eenvoudig. Om dit te doen, hebt u alleen een zwarte balk of een ander zwart non-woven materiaal nodig. Eerst wordt de site zorgvuldig voorbereid voor het planten: het wordt opgegraven, bemest. Op het voorbereide gebied wordt de film uitgespreid en stevig genoeg gefixeerd zodat de wind hem niet wegvoert. In het filmdoek worden in rijen kleine kruissneden gemaakt.

Onder elke snede wordt een klein gaatje gemaakt, waarin de knol wordt geplant en bedekt met aarde.

Deze methode is goed omdat je het gebied niet hoeft te wieden en te kruipen. Het is handig om vroege aardappelrassen onder de folie te planten, omdat de zwarte folie de grond sneller opwarmt en de aardappelen eerder uitlopen. Het is echter niet aan te raden om onder een folie te planten aardappel in gebieden die te heet en droog zijn, zullen de knollen gewoon onder een film bakken en zullen ze niet ontkiemen.

Meatlider en Gülich-methode

Meatlider-methode: geschikt voor die tuinders die geen grote oppervlakte hebben of zoveel mogelijk oogst van elk tuinbed willen verzamelen:

• Bereid eerst de site zorgvuldig voor: verwijder alle obstakels voor licht, graaf in, verwijder onkruidwortels.
• Na voorbereiding is de opmaak gedaan. Het is noodzakelijk om een ​​dun touw en haringen te nemen, de haringen aan 4 zijden van de tuin aan te drijven zodat er voldoende afstand tussen hen is. U moet bedden krijgen tot 9 m lang, tot een halve meter breed en de afstand tussen de bedden moet minimaal een meter zijn.
• Volgens de markeringen moet je de bedden opgraven, kleine bumpers langs de rand maken en toevoegen kunstmest... Het is niet nodig om de gangpaden aan te raken.
• Vervolgens worden er gaten in de bedden gemaakt. Voor een betere groei moeten de gaten op een afstand van minimaal 30 cm van elkaar worden versprongen (d.w.z. gaten in één rij, als resultaat worden 2 rijen gaten op 1 bed verkregen).
• In elk gat van ongeveer 10 cm diep, moet je een beetje meststoffen en elk 1 knol en bestrooi met aarde erop.

De Meatlider-methode impliceert geen hilling, maar water geven, wieden en voeden vereist. De struiken moeten regelmatig worden bewaterd, zodat de grond niet uitdroogt.

Smalle bedden verminderen het onderhoud aanzienlijk en voorzien de struiken van voldoende voeding en besparen tegelijkertijd ruimte en water.

De Gühlich-methode is enigszins het tegenovergestelde van de Mittleider-methode, omdat het de essentie is om elke aardappelstruik zoveel mogelijk vrije ruimte te geven.

Gülich-methode:

• Het perceel is verdeeld in vierkanten van 1 bij 1 meter.
• Binnenin wordt een rol gemaakt van mest en een knol wordt met het bovenste deel in de grond geplant.
• Scheuten beginnen te groeien van de knol naar de zijkanten, die elk met aarde zijn besprenkeld.
• Terwijl de scheuten groeien, blijven ze ze besprenkelen met aarde.
• Na alle manipulaties wordt een grote meertrapsstruik verkregen, die daardoor tot 16 kg aardappelen kan produceren, mits voldoende zorg, water en voeding.

Meer informatie vind je in de video.