Het hele jaar door appelbomen snoeien
Voor de vorming van een correcte en gelijkmatige kroon van appelbomen, een betere toevoer van voedingsstoffen naar de vruchten, en dus een verhoging van hun opbrengst uiteindelijk, is het tijdig en correct snoeien van appelbomen noodzakelijk. Jonge bomen moeten jaarlijks in het voor- en najaar worden gesnoeid.
De implementatie ervan in de lente (vóór het begin van de sapstroom en het verschijnen van knoppen, maar onderhevig aan positieve temperaturen) is te wijten aan de noodzaak om takken te verwijderen die in de winter bevroren zijn en een kroon vormen. In de herfst komt de tijd om te snoeien nadat het blad is gevallen. Snijd oude, bedorven, gebroken en rotte takken af. Maar het is beter om dit niet te doen na het begin van de vorst om bevriezing van de schors rond de plaats waar de takken worden afgesneden en als gevolg daarvan lange overgroei van wonden te voorkomen.
Af en toe, om ervoor te zorgen dat de appels zo goed mogelijk toegang hebben tot de appels, worden appelbomen in de zomer gesnoeid. Wintersnoei van appelbomen is gemakkelijker te verdragen vanwege hun kiemrust. Maar het is vooral geschikt voor zuidelijke warme streken, waar er geen kans is op schade aan de schors van bomen, kwetsbaar door vorst.
Snoeien in de herfst moet in de volgende volgorde worden gedaan:
- verwijder allereerst grote gebroken en droge takken;
- de volgende is het verwijderen van de zwakste takken van takken die zich te dicht bij elkaar bevinden;
- gevolgd door het afsnijden van takken die onder een scherpe hoek groeien;
- alle schade aan de appelboom die tijdens het snoeiproces is ontstaan, wordt afgedekt met een tuinvernis of verf op oliebasis;
- ten slotte moeten de afgesneden takken worden verzameld en verbrand.
Soms hebben tuinders medelijden met hun bomen of willen ze ze groot en wijdverspreid zien en snoeien ze daarom niet. Maar dit is verkeerd, want later kun je gewassen verliezen en bomen overwoekerd krijgen met droge takken.