Gewone spar
De gewone spar is een krachtige, eenhuizige, groenblijvende boom met een mooie kegelvormige kroon die begint bij de stambasis. De stam is bedekt met grijze bast, die bij sommige soorten dun en glad is tot op hoge leeftijd, terwijl hij bij andere dik en diep gebroken is.
Gewone spar heeft een krachtig penwortelsysteem dat diep in de grond gaat. De naalden zijn zacht, plat, ze bevinden zich spiraalvormig op de scheuten en kammen soms aan beide zijden van de scheut, vanwege het draaien van de naalden aan de basis. Kenmerkend voor gewone spar zijn de rechtopstaande kegels, die in het eerste jaar rijpen en afbrokkelen om zaden vrij te geven.
De kegel van de kroon van de spar is slank, smal, duidelijk omlijnd. Het groen van de naalden is donker, glanzend, het heeft witte strepen van huidmondjes aan de onderkant, die pracht en praal geven aan het uiterlijk van sparren. Gemeenschappelijke spar wordt gebruikt in landschapstuinieren. Spar ziet er goed uit in steegjes en groepsbeplantingen in combinatie met esdoorns, witte berken, fluweel en een verscheidenheid aan struiken. Spar wordt ook gebruikt om levende muren te maken zonder te knippen. Langdurige naalden van dennentakken zijn een voordeel bij gebruik in de bloemisterij. Spar past goed bij andere grote bomen (dennen, sparren, lariksen). Gewone spar bloeit in mei of begin juni.
Spar bevat kamfer, etherische olie, tocoferol (vitamine E), ascorbinezuur, harsen, fytonciden, tannines. De schors, naalden en kegels van dennen worden in de volksgeneeskunde gebruikt in de vorm van waterinfusies, afkooksels en tincturen.