Celosia: groeien en verzorgen
Celosia, waarvan de teelt een nogal onopvallende en probleemloze onderneming is, heeft een groot aantal fans gewonnen, zowel vanwege zijn pretentieloosheid als vanwege zijn uiterst effectieve uiterlijk. Bloemen van verschillende variëteiten van deze plant verschillen qua uiterlijk erg van elkaar, terwijl elk op zijn eigen manier ongebruikelijk en mooi is. Dus een van de soorten celosia werd "hanenkammen" genoemd, waardoor het gemakkelijk te raden is dat de bloemen erg doen denken aan de sint-jakobsschelpen van een vogel.
De teelt en verzorging daarvan is heel, heel eenvoudig, kan het beste worden vermeerderd door zaden. Het zaadje wordt begin april in kleine potjes geplant (het beste kun je plastic wegwerpbekers gebruiken, die kun je dan opensnijden). Celosia is onstabiel voor vorst, daarom wordt het vrij laat in de volle grond geplant, in de regel aan het begin van de zomer. Tegelijkertijd worden bij het verplanten de kopjes zorgvuldig gesneden en worden de planten samen met de grond uit de beker in de grond overgebracht (deze bloem verdraagt geen gewone transplantatie).
Voor deze plant is gestructureerde, losse en vruchtbare grond met een lage zuurgraad het meest geschikt. Een landingsplaats moet warm worden gekozen, niet in de schaduw en op een kleine heuvel, waardoor het water niet kan stagneren, maar tegelijkertijd wordt beschermd tegen de wind. De eerste keer na het planten moet het zaad zeer overvloedig worden bewaterd, en vergeet ook niet de regelmatige voeding, die om de tien tot vijftien dagen moet worden uitgevoerd.