Framboos
Bosframboos is een meerjarige struik. Het bovengrondse deel kan worden vertegenwoordigd door jaarlijkse en tweejaarlijkse scheuten. In het begin groeien de scheuten alleen en in het tweede jaar bloeien ze al en dragen ze vrucht. Scheuten sterven af na vruchtvorming.
De wortelstok van het ondergrondse deel van de struik is meerjarig, het bestaat uit wortelstok, laterale begroeiing en onvoorziene wortels. In principe liggen frambozenwortels in een laag van 20 centimeter, maar sommige wortels bereiken zelfs een diepte van 1,3 meter. Het wortelstelsel is 60 centimeter breed en in sommige gevallen drie meter breed.
Bosframbozen bloeien in het tweede en derde decennium van juni. De bloei- en rijptijd van frambozen wordt verlengd. De allereerste frambozen verschijnen in een maand of zelfs eerder uit de eerste bloemen, en de laatste bessen hangen aan de struiken tot de eerste herfstvorst. Framboos heeft een vrucht, die bestaat uit kleine steenvruchten, deze bevinden zich op de vrucht. De frambozenvrucht heeft een zaadje aan de binnenkant.
Bosframboos is een geneeskrachtige plant. De framboos bevat nicotinezuur, suikers, tannines, vitamine C, B, foliumzuur, flavonoïden, sporenelementen, organische zuren. Frambozenzaden zijn rijk aan vette olie.
Framboos heeft een ontstekingsremmend, hemostatisch, samentrekkend, verzachtend effect. Het wordt gebruikt voor keelpijn, hoesten, voor versterking van het tandvlees, voor constipatie, voor gastro-intestinale pathologie, voor constipatie, neurosen, menstruatiestoornissen. Van bosframbozen worden infusies en afkooksels bereid, die zowel inwendig als uitwendig worden gebruikt.
Bosframbozen hebben me altijd beter gesmaakt dan gekweekt in tuinen. Misschien omdat ze meestal in kleine hoeveelheden overkwamen.