Aspergebonen kweken

Aspergebonen worden in ons land niet vaak geteeld door tuinders en toch is het een zeer smakelijk en dieetproduct. In tegenstelling tot gewone bonen, gebruikt het zowel zaden als schouderbladen met pulp die ze vult. Ze worden geoogst als de zaden nog zo groot zijn als een tarwekorrel. Het telen van aspergebonen verschilt weinig van het telen van gewone bonen en zal zelfs in de macht liggen van een beginnende tuinier. Er moet ook worden opgemerkt dat er een klimsoort en struiksoort is. De vruchten van krulbonen worden niet gebruikt voor voedsel, ze hebben een puur decoratieve waarde.

Aspergebonen produceren goede opbrengsten op voedzame, losse, niet-zure grond. De site moet zonnig zijn en beschermd tegen koude wind. Elk jaar wordt deze plant op een nieuwe plek geplant, anders is de kans op atracnose groot. De zaden worden direct in de grond gezaaid wanneer de grond opwarmt en de dreiging van vorst voorbij is, en ze worden besprenkeld met humus. De afstand tussen de zaden moet minimaal 10 centimeter zijn. Tijdens het groeiseizoen worden planten meerdere keren gevoed met minerale meststoffen, het is vooral belangrijk om dit tijdens het ontluiken te doen.

Het kweken van aspergebonen vereist regelmatig water geven, wieden en het losmaken van rijafstanden. Planten bloeien in 40 dagen na ontkieming en de vruchten verschijnen in nog eens 20 dagen. Het gewas moet selectief worden verzameld, waarbij fruit moet worden gekozen dat de melkrijpheid heeft bereikt en geen tijd heeft gehad om uit te harden. Regelmatige verzameling van fruit stimuleert de vorming van nieuwe eierstokken. De plant zal vrucht dragen tot de vorst.