Angelica officinalis
Angelica officinalis is een parapluplant die tot twee meter hoog kan worden. De stengel is rond en hol, en in het bovenste deel is hij soms gegroefd. De bladeren van deze plant hebben grote, sterk uitzettende omhulsels. Hij heeft groenachtig witte kleine bloemen, die worden verzameld in complexe paraplu's en 20-40 stralen hebben. Angelica bloeit in juli-augustus. De gedroogde wortelstok wordt gebruikt in de volksgeneeskunde. Nadat de wortel is geschild, wordt deze in de lengte doorgesneden en te drogen gehangen.
Angelica officinalis wordt gevonden in Noord-Azië en Noord-Europa, maar ook in Duitsland. Deze plant wordt vaak gebruikt in de volksgeneeskunde.
De ondergrondse organen van engelwortel bevatten coumarines, etherische oliën en furocoumarines, terpenoïden, tannines en organische zuren. De flavonoïde diosmin wordt beschouwd als de meest elementaire actieve ingrediënten van engelwortel, en coumarines in de vorm van ostrutol, bergapten, oxypeucedanine en andere stoffen worden in hun fruit beschouwd.
Angelica wortelstok en wortels worden vaak gebruikt voor gastro-intestinale aandoeningen om de motorische en secretoire functie van de darmen te verbeteren en de fermentatieprocessen daarin te verminderen. Angelica kan ook een diureticum geven.
Angelica officinalis heeft een antimicrobieel, ontstekingsremmend, pijnstillend, slijmoplossend effect. Een afkooksel en infusies van deze plant worden gebruikt voor laryngitis, bronchitis en ook als zweetdrijvend middel.
Je kunt gedroogde engelwortel kopen bij een drogisterij of op gespecialiseerde plaatsen die geneeskrachtige kruiden verkopen. En als je bekend bent met kruiden, probeer deze plant dan zelf te bereiden.